vrijdag 26 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Een Venezolaanse dame heeft aanspraak gemaakt op artikel 3 van het Europees Verdrag van de Mens (EVRM) tegen uitzetting naar haar thuisland. Volgens de LAR-rechter (Landsverordening Administratieve Rechtspraak) mag de vrouw niet uitgezet worden, omdat er een wezenlijk risico bestaat dat zij bij aankomst in Venezuela, te maken krijgt met foltering, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. Dat meldt het Antilliaans Dagblad.

Door aanspraak te maken op artikel 3 van het EVRM zal ongeacht haar gedrag ten tijde van het illegale verblijf op het eiland, eerst onderzoek gedaan moeten worden om te beoordelen of de vrouw wel teruggestuurd kan worden.

Bij haar aanhouding op 1 november 2019 is er geen onderzoek gedaan naar haar persoonlijke situatie. Hierdoor is er geen beoordeling tot stand gekomen om erachter te komen of zij veilig terug kan keren naar haar thuisland.

De vrouw is in oktober 2016 als toerist Curaçao per vliegtuig binnengekomen. Vervolgens heeft zij geen poging gedaan om haar illegale status te legaliseren, waardoor zij bewust het risico heeft genomen teruggestuurd te worden wanneer zij ontdekt zou worden als ongewenste vreemdeling.

Doordat er bij haar aanhouding geen onderzoek is gedaan naar haar persoonlijke situatie is het belang van haar veiligheid dus niet in acht genomen. Bij een nieuw besluit over haar verblijf zal dat wel meegenomen moeten worden, aldus de rechter.