Het sociale zekerheidsstelsel ondergaat grote veranderingen als het aan de regering ligt. Bij de aanpassingen horen onder andere het verhogen van de onderstand, het instellen van een werkloosheidsfonds en uitkering en het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd van 65 naar 67 jaar tegen 2030.
De aanpassingen in het zekerheidsstelsel zijn ingediend bij de Staten door , de minister van Sociale Ontwikkeling, Arbeid en Welzijn (SOAW), Ruthmilda Larmonie-Cecilia (PNP). De veranderingen zijn bedoeld om financiële zekerheid voor mensen die het minder breed hebben te vergroten.
Larmonie-Cecilia wil dat de onderstand voor alleenstaanden verhoogd wordt met 30 procent en voor gehuwden naar 52 procent van het minimumloon. Het doel is om dit uiteindelijk te verhogen naar 70 procent van het minimumloon.
De bewindsvrouw heeft ook een plan om een nieuw werkloosheidsfonds op te zetten, wat voor uitkeringen moet zorgen. “De stappen zijn noodzakelijk om te zorgen voor een betrouwbare economische basis voor onze burgers”, aldus Larmonie-Cecilia.
Het verhogen van de AOV-leeftijd wordt door de politica beschouwd als een noodzakelijke stap, om de pensioenen af te stemmen op de gestegen levensverwachting. Daarnaast moet het bijdragen aan het verbeteren van de financiële houdbaarheid van het stelsel.
