vrijdag 26 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Het lijdt geen twijfel dat begrotingsconsolidatie noodzakelijk is om de overheidsfinanciën op Curaçao en Sint Maarten op een houdbaar pad te brengen en begrotingsruimte te creëren om toekomstige ongunstige economische schokken op te vangen. “Begrotingsconsolidatie moet echter op een geleidelijke en structurele manier worden bereikt, zodat het geen rem zet op de economische groei” zegt Richard Doornbosch, president van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) in haar meest recente Economic Bulletin. Er moet daarom ruimte zijn voor overheidsinvesteringen.

Doornbosch benadrukt dat het plan voor begrotingsconsolidatie op een vierjarig tijdschema moet worden gebaseerd, operationele doelstellingen moet bevatten voor zowel de uitgaven- als de ontvangstenzijde van de begroting, van voorzichtige veronderstellingen inzake economische groei en overheidsfinanciën moet uitgaan en duidelijke prioriteiten moet stellen. Voorts dienen de regeringen aan de uitgavenzijde het beheer van de overheidsfinanciën te versterken, terwijl aan de ontvangstenzijde de doorvoering van belastinghervormingen van cruciaal belang is.

“Wil het begrotingsconsolidatieplan groeivriendelijk zijn, dan moet het ook ruimte bieden voor overheidsinvesteringen. Juist in moeilijke economische tijden zouden Curaçao en Sint Maarten  kunnen profiteren van het positieve effect van overheidsinvesteringen op de economische groei”, stelt Doornbosch. Tussen 2011 en 2021 bedroeg het aandeel van de overheidsinvesteringen in het BBP gemiddeld slechts 2,5 procent op Curaçao en nog maar 1,6 procent als de bouw van het ziekenhuis buiten beschouwing wordt gelaten. In Sint Maarten bedroegen de overheidsinvesteringen tussen 2011 en 2021 gemiddeld slechts 0,8 procent van het bbp.

In hoeverre de overheidsinvesteringen tot een hogere economische groei zullen leiden, hangt af van de omvang van de zogeheten budgettaire multipliers. Budgettaire multipliers meten het korte-termijneffect van discretionair begrotingsbeleid op de productie. Met andere woorden, ze geven aan wat de baten van een expansief begrotingsbeleid of de kosten van een restrictief begrotingsbeleid zijn voor de economie over een bepaald jaar, aldus de CBCS.

Gezien de hoge mate van openheid en kleinschaligheid zijn de budgettaire multipliers op Curaçao en Sint Maarten relatief laag, omdat bij de overheidsuitgaven meer sprake is van importlek. “Niettemin is uit onderzoek gebleken dat in ‘abnormale’ tijden de budgettaire multipliers doorgaans hoger zijn dan onder normale economische omstandigheden. Op langere termijn leveren overheidsinvesteringen bovendien een grotere bijdrage aan de productiegroei in vergelijking met overheidsconsumptie”, zegt Doornbosch.

“In tegenstelling tot andere ontwikkelingslanden hebben Curaçao en Sint Maarten dankzij de staande inschrijvingsregeling toegang tot krediet tegen relatief lage rente. Een belangrijke voorwaarde voor het opvoeren van de overheidsinvesteringen is echter dat bij de keuze en het beheer van de investeringsprojecten de overheden naar een zo hoog mogelijk economisch rendement streven. In dit verband strekt een goed opgezet investeringsprogramma voor de overheidssector tot aanbeveling: één waarin investeringsprojecten aan de hand van kosten en baten en hun bijdrage aan duurzame groei op de lange termijn worden geprioriteerd en beoordeeld.”