De 19,5 miljoen euro die Nederland april 2018 in beslag nam van de Centrale Bank van Suriname hoeft voorlopig nog niet terug. De Hoge Raad bepaalde deze week dat de beslissing van de rechtbank om het geld terug te geven, niet in stand blijft. Het gerechtshof in Amsterdam moet nu opnieuw naar de kwestie kijken.

Het Nederlandse Openbaar Ministerie had beslag laten leggen op het bedrag vanwege vermoedens dat drie Surinaamse banken en vijf wisselkantoren zich schuldig maken aan witwaspraktijken. Het geld werd in beslag genomen op Schiphol en was vanuit Suriname onderweg naar Hongkong.

De rechter in Haarlem oordeelde eind 2019 dat de beslaglegging niet mocht plaatsvinden. “De centrale bank is een officieel staatsorgaan van het land en geniet immuniteit. Daarom is de actie van Nederland in strijd met het internationaal publiekrecht”, aldus de rechtbank. Het OM ging in cassatie en krijgt nu gelijk van de Hoge Raad.

De zaak moet dus opnieuw behandeld en beoordeeld worden. Wanneer dat gaat gebeuren, is nog niet duidelijk.