De NH90-helikopter die 19 juli in het Caribisch gebied in zee verdween is geborgen. Het toestel is de afgelopen dagen in 2 delen boven water gehaald. Het staartstuk en de romp zijn intussen aangekomen in de haven van Curaçao en gaan nu per schip naar Nederland. Daar worden ze eind deze maand overgedragen aan de Inspectie Veiligheid Defensie (IVD). Die doet onderzoek naar de toedracht van de crash, dat meldt Defensie.

Op basis van de eerste onderzoeksresultaten naar de crash bleek eerder al dat het onwaarschijnlijk is dat er een technische of mechanische storing was aan de helikopter. De helikopter daalde plotseling en belandde in zee bij Aruba, maar het is nog niet bekend hoe dit kon gebeuren. Daar gaat nu onderzoek naar gedaan worden door de IVD. 

De Maritime Capacity Alliance voerde met behulp van het schip Volantis en een onderwaterrobot de berging uit. Dit civiel-militaire team bestond uit helikoptertechnici van Defensie en civiele bergingsspecialisten.

Als eerste werd het staartstuk geborgen. Dat gebeurde met een grote kraan van het bergingsschip. Dat lag op zo’n 450 meter diepte op ongeveer 12 kilometer uit de kust van Aruba. Met behulp van de onderwaterrobot zijn de hijskabels vastgemaakt aan het wrakstuk.

De in eerste instantie nog drijvende romp lag circa 100 kilometer verder, in de wateren van Venezuela op bijna 1,5 kilometer diepte. Dit deel is geborgen met een soort grote schep waar het wrakstuk volledig in paste. Deze zogenoemde ‘cradle’ van 17 x 15 meter is via de kraan van de Volantis naar de bodem gezakt. De onderkant van ‘de schep’ is voorzien van gaaswerk. Eventueel loskomende helikopterdelen waren zo op te vangen en te bergen.

Bij de crash kwamen 2 bemanningsleden om het leven.

In het kader van het onderzoek wordt geen beeldmateriaal van de berging beschikbaar gesteld.