Minister van Onderwijs Sithree ‘Cey’ van Heydoorn (MFK) vindt dat studeren voor iedereen mogelijk moet zijn. “Er zijn echter wel zorgen om de afgestudeerde studenten die hun studieschuld niet kunnen aflossen”, aldus Van Heydoorn. Dat blijkt uit een persconferentie die donderdagochtend werd gegeven door de overheid en Stichting Studiefinanciering Curaçao (SSC).
Van Heydoorn benadrukt dat jongeren altijd centraal staan bij zowel de overheid als de SSC. Hij vindt dat ze de kans moeten krijgen om optimaal te kunnen studeren. De regering stimuleert studenten zoveel mogelijk, ook om te gaan studeren in de regio. Hij geeft aan dat studies in Curaçao, Nederland, Colombia, Amerika, Canada en Costa Rica zullen worden gefinancierd. Wel maakt de minister zich zorgen om afgestudeerde studenten die vanwege de afbetaling van een hoge studieschuld in de problemen komen.
Stichting Studiefinanciering helpt met opstartkosten en geeft financiële steun aan potentiële studenten, als ze aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo is de Nederlandse nationaliteit een voorwaarde en één van de ouders moet op Curaçao wonen. De studie moet erkend zijn en de studie moet niet mogelijk zijn op Curaçao.
Sidney ‘Bicho’ Justiana, directeur van SSC, legt uit dat de stichting studenten assertiever probeert te maken en hen strategische keuzes wil laten maken. “Een student moet kritisch denken, meer algemene kennis hebben en oplossingsgericht zijn. De kennis van een student moet gediversificeerd worden.”
De stichting zal studenten ondersteunen in het maken van de juiste studiekeuze, omdat verandering van studie te vaak plaatsvindt. Volgens Justiana hebben ouders ook een verantwoordelijkheid. “Ouders zullen meer moeten sparen, zodat hun kind de mogelijkheid heeft om te gaan studeren. Ouders en studenten moeten zich voorbereiden op hogere kosten, voor zowel het huis waar ze gaan wonen, maar ook voor levensonderhoud.” Justiana vertelt dat er samengewerkt wordt met de overheid om studeren in de regio meer te laten ‘matchen’ met Curaçao.
Voor vragen kunnen studenten terecht bij het ministerie. In januari hoopt de minister meer gedetailleerde informatie te kunnen geven.
