De ‘preferred bidder’ Caribbean Petroleum Refinery (CPR) zou voor de overname van de Curaçaose Isla-raffinaderij tientallen financiële documenten hebben vervalst. Dat melden  bronnen aan het Antilliaans Dagblad.

Het Nederlands Forensische Onderzoeksbureau (NFO) bevestigde de vervalste documenten na een tweede forensisch onderzoek. Al eerder waren er vermoedens van vervalsing vanuit het headhunting-team van Forensic Service Caribbean op Curacao. Ook Forensic Technology International (FTI) had bezorgdheid geuit.

De bezorgdheid zou zijn ontstaan na een ‘comfort letter’. Deze werd in oktober gestuurd over een steun van ongeveer 5,5 miljard dollar door de Londense financiële bankgroep HSBC. De brief vertoonde volgens bronnen diverse afwijkende kenmerken. Later verklaarde HSBC dat de brief niet afkomstig zou zijn van de groep. Hierna werd besloten een groot deel van de CPR dossiers grondig te laten onderzoeken. Inmiddels heeft het NFO tientallen vervalste documenten onderschept.

De vervalste documenten waren bedoeld om aan te tonen dat het bedrijf het vereiste kapitaal heeft, maar daar werd al snel over getwijfeld. Nu de resultaten van het forensisch onderzoek binnen zijn, zal het team van specialisten binnenkort samenkomen met de juridisch- en algemeen-economisch adviseur.

CPR heeft intussen laten weten met een andere financiële partner in zee te gaan. Daarnaast zou advocatenkantoor Spigt Dutch Caribbean namens CPR een juridisch document hebben opgesteld. Hieruit moet blijken dat het bedrijf zelf ook onderzoek zou hebben gedaan naar de achtergronden van de, zogenaamde, ‘equity partners’ van CPR.

De directie van de overheids-nv Refineria di Korsou heeft nog geen commentaar gegeven.