Het bankstatuut van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) bevat zorgpunten die good governance ernstig in de weg kunnen staan en de onafhankelijkheid van de CBCS bedreigen. Dat stelt Justus van der Lubbe, directeur van verzekeraar Inter-Assure in een persbericht.

Zo is het Centrale Bank-statuut niet gelinkt aan de Code Corporate Governance en Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De bepalingen die goed bestuur en toezicht binnen een vennootschap waarborgen, zouden ook op de CBCS moeten worden toegepast vindt Van der Lubbe.

Volgens de topman van het verzekeringsbedrijf is het vrijwel onmogelijk om bestuurders en commissarissen van de CBCS aansprakelijk te stellen voor grove nalatigheid of ernstige taakverwaarlozing. “Bij reguliere bestuurders en commissarissen ligt de grens voor aansprakelijkheid veel lager, namelijk bij de vraag of hen een ‘ernstig verwijt’ kan worden gemaakt”, aldus Van der Lubbe.

De extreem hoge drempel kan als gevolg hebben dat bestuurders en commissarissen van de CBCS niet kunnen worden aangesproken voor grove nalatigheid of ernstige taakverwaarlozing, terwijl die wel grote schade kunnen toebrengen aan de CBCS, de financiële sector en de onder toezicht staande instellingen, zegt de verzekeraar.  

Politieke inmenging

Verder stelt Van der Lubbe dat er geen gevolgen verbonden zijn aan politieke inmenging, is de benoeming van de president, de directie en de Raad van Commissarissen gevoelig voor politieke beïnvloeding en bevat de wet te weinig waarborgen om de (schijn van) belangenverstrengeling te vermijden. Ook zijn de benoemingsprocedure onnodig complex, aldus Van der Lubbe.  

De topman pleit voor een regeling die geleidelijke vervanging van commissarissen mogelijk maakt, en die voorkomt dat telkens na vier jaar een groep commissarissen in één keer wordt vervangen.