Curaçao en Nederland hebben vrijdag een Hoofdlijnenakkoord voor duurzame waterstof ondertekend. Dat maakte staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66) vrijdag bekend tijdens een persconferentie. Van Huffelen zegt in antwoord op vragen van Nu.cw te hopen dat er binnen een jaar tot uitvoer overgegaan kan worden.
Het akkoord staat voor onderzoek naar het produceren van waterstof. In het akkoord zijn afspraken gemaakt over de demonstratiefase en hoe het project wordt gerealiseerd. Ook vermeldt het akkoord hoe de waterstof uiteindelijk kan leiden tot export.
De intentieverklaring van het waterstofproject is vorig jaar mei getekend. De ondertekening was een goedkeuring om te helpen bij de ambitieuze plannen van de Curaçaose overheid. Een drijvend windmolenpark op zee moet voor 2035 gerealiseerd worden om vijf tot zes gigawatt aan hernieuwbare energie op te wekken, zo stond destijds in de intentieverklaring.
De opgewekte energie is voldoende om Curaçao in de dagelijkse stroombehoeften te voorzien. De productieoverschotten zullen worden omgezet in waterstof, wat geëxporteerd kan worden naar zowel de regio als Nederland. Uit studies uitgevoerd door TNO en Fugro is gebleken dat de potentie op Curaçao zo ruim is dat ook grootschalige export van groene waterstof ontwikkeld kan worden. De komende tijd wordt het project verder uitgewerkt.
“De regeringen van Nederland en Curaçao hebben 5 miljoen ter beschikking gesteld, dus in totaal 10 miljoen euro. Het duurt een aantal maanden voor we dit hebben uitgewerkt. Uit studies die uitgevoerd moeten worden, moet blijken wanneer er tot uitvoer over kan worden gegaan. Hopelijk is dat binnen een jaar”, verklaart Van Huffelen tegenover Nu.cw.
Het Hoofdlijnenakkoord duurzame waterstoffen is ondertekend door minister Ruisandro Cijntje (PNP) van Economische Ontwikkeling (MEO), premier Gilmar ‘Pik’ Pisas (MFK) en minister Rob Jetten (D66) van Klimaat en Energie.
1 reactie
Chris
Weer 50 miljoen euro weggegooid… nou, niet helemaal want enkele adviesbureau’s en aannemers gaan daar leuk aan verdienen. De aanvankelijke ontwikkelings- en bouwkosten worden zoals gewoonlijk te laag ingeschat. Een factor 5 duurder is heel gewoon bij dergelijke megalomane projecten.
En dan heb je daarna de exploitatie waar de kosten opnieuw te rooskleurig zijn ingeschat en de inkomsten uit verkoop van waterstof te hoog zijn ingeschat.
En dat hebben we over 10 jaar een niet-functionerende waterstoffabriek én een flinke verhoging van de staatsschuld én de kosten daarvan moeten door ons opgebracht worden via een extra hoge energierekening.
Ik had liever gezien dat Curaçao eerst de huidige energieinfra consolideert, achterstallig onderhoud wegwerken, vraaggestuurde opwekcapaciteit op peil brengen met enige overcapaciteit. Pas als dat op orde is kun je gaan denken aan duurzame wiebelstroom.
Reacties zijn gesloten.