De oprichting van de Stichting Herdenkingscomité Slavernijverleden is een belangrijke stap in de erkenning van het slavernijverleden binnen het Koninkrijk. Het comité krijgt een centrale rol in de herdenking op 1 juli in Amsterdam en werkt nauw samen met NiNsee om de maatschappelijke bewustwording te bevorderen. Dit werd vandaag bekendgemaakt in een brief van minister Judith Uitermark (NSC) aan de Tweede Kamer.
Het Herdenkingscomité bestaat uit vertegenwoordigers van verschillende delen van het Koninkrijk, waaronder Curaçao, Sint Maarten, Bonaire en Saba. De eerste leden zijn officieel benoemd, met Astrid Elburg als voorzitter. De toevoeging van vertegenwoordigers van Aruba en Suriname wordt momenteel voorbereid. Het comité is onafhankelijk en werkt zonder politieke sturing, wat ruimte biedt voor diverse initiatieven en perspectieven.
Met de oprichting van het comité wordt de dialoog over het slavernijverleden verder gestimuleerd. Het comité zal naast de nationale herdenking ook projecten ondersteunen die het verleden onderzoeken en het bewustzijn over de geschiedenis van slavernij vergroten. De organisatie heeft als doel een inclusieve benadering van deze geschiedenis te waarborgen.
De oprichting maakt deel uit van een breder pakket aan maatregelen. De voortgangsbrief die Uitermark dinsdag aan de Tweede Kamer stuurde, gaat ook in op subsidieregelingen voor maatschappelijke initiatieven en de voortgang van trajecten in het Caribisch deel van het Koninkrijk en Suriname.