De werknemers van vuilverwerkingsbedrijf Selikor ontvangen een eenmalige compensatie van 1.000 gulden. Dat blijkt uit een ministeriële beschikking van de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), die ook Financiën in zijn portefeuille heeft. 

De regering trekt hier in totaal 357.750 gulden voor uit, afkomstig uit de begroting van GMN. Volgens de beschikking wordt de bonus toegekend vanwege de inzet van Selikor in 2024, waardoor de regering haar doelen grotendeels heeft kunnen behalen. 

Het bedrag wordt gezien als een uitzonderlijke maatregel in het landsbelang. Naast de werknemers ontvangt Selikor zelf ook een compensatie voor de werkgeverslasten, zoals belastingen en sociale premies.

De zogeheten ‘Bashí-premie’ geldt voor alle personeelsleden die vóór 1 december 2024 in dienst waren en op 1 januari 2025 nog actief werken bij Selikor. De uitkering komt op een moment dat de verkiezingen van volgende maand naderen. 

Selikor is een zelfstandige overheidsvennootschap en geen directe overheidsdienst. Toch wordt de financiële bijdrage door de regering verstrekt vanuit publieke middelen. 

De regering gaf onlangs ook al 4000 kaarten weg aan ambtenaren en schoolpersoneel voor het Hak’e festival. Hierover ontstond verontwaardiging bij een aantal vakbonden en op social media.