Een jongen uit Curaçao is door de meervoudige kamer jeugdstrafzaken veroordeeld tot 270 dagen jeugddetentie voor de opzettelijke invoer van bijna 1,9 kilo cocaïne van Curaçao naar Nederland. De rechter legde 69 dagen onvoorwaardelijke straf op, gelijk aan de tijd die de verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. De overige 201 dagen zijn voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Dat meldt het Antilliaans Dagblad.
De verdachte werd op 11 augustus aangehouden op Schiphol, waar douanebeambten in zijn koffer 1.889,89 gram cocaïne ontdekten. De jongen verklaarde dat hij de koffer van een onbekende man op Curaçao had gekregen, met de opdracht etenswaren naar Nederland te vervoeren. Hoewel hij de koffer kort inspecteerde, stelde hij dat hij niets verdachts had gezien. De rechtbank oordeelde echter dat hij bewust het risico had aanvaard dat er drugs in de koffer zaten, wat leidde tot de veroordeling voor voorwaardelijk opzet.
De rechtbank hield bij de strafmaat rekening met de jonge leeftijd van de verdachte, zijn blanco strafblad en de adviezen van de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad benadrukte de impulsiviteit en beïnvloedbaarheid van de jongen, waardoor langdurige detentie schadelijk zou zijn voor zijn ontwikkeling. Daarom werd gekozen voor een deels voorwaardelijke straf, waarbij hij onder toezicht van jeugdreclassering blijft en in een pleeggezin wordt geplaatst.
Naast de detentie krijgt de jongen te maken met strikte voorwaarden, waaronder een avondklok met elektronische controle en verplichte deelname aan dagbesteding. De rechtbank besloot geen extra voorwaarden op te leggen voor zijn terugkeer naar Curaçao, gezien de onzekerheid over de uitvoerbaarheid daarvan. De nadruk ligt op begeleiding en toezicht, zodat de jongen een nieuwe start kan maken en zijn rehabilitatie kan bevorderen.