Luigi Faneyte heeft een tweede aangifte ingediend waarin nieuwe bewijzen worden gepresenteerd over grootschalige zwendel, financieel mismanagement en witwaspraktijken rondom het goklicentiesysteem van Curaçao. Het aanvullende rapport, gericht aan onder meer de Procureur-Generaal, beschuldigt meerdere prominente figuren, waaronder minister van Financiën Javier Silvania (MFK) en de leiding van de Gaming Control Board (GCB), van ernstige misstanden.

Faneyte stelt dat de GCB onder leiding van Cedric Pietersz niet functioneert als controle-instantie, maar als façade die ongereguleerde transacties faciliteert. Operators zouden cryptobetalingen hebben moeten verrichten via niet-officiële kanalen, wat heeft geleid tot vermoedelijk verloren transacties en klachten van betrokken partijen. Daarnaast wordt de GCB beschuldigd van het gebruik van een bankrekening bij een Electronic Money Institute (EMI) in Tsjechië, waardoor de legitimiteit van de transacties in twijfel wordt getrokken.

De aangifte legt grensoverschrijdende betrokkenheid bloot, met verdachte activiteiten in de Verenigde Staten, Malta en Tsjechië. Faneyte waarschuwt dat deze praktijken Curaçao blootstellen aan internationale sancties en reputatieschade. Hij roept op tot een diepgaand strafrechtelijk onderzoek, zowel nationaal als internationaal, en eist dat betrokkenen, waaronder Pietersz, aftreden om verdere schade te voorkomen.

Volgens Faneyte toont het nieuwe bewijs aan dat Curaçao’s gokregulering is ondermijnd door een netwerk van individuen en entiteiten. “Het vertrouwen in onze instituties staat op het spel”, stelt hij. “Alleen volledige transparantie en juridische vervolging kunnen Curaçao’s positie herstellen en voorkomen dat deze misstanden doorgaan.”