zaterdag 25 januari 2025
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

De Nederlandse overheid en justitiële instanties zijn herhaaldelijk tekortgeschoten in de zaak rondom de Curaçaose verdachte Jamel Lomp. Dat blijkt uit rapporten van de Inspectie Justitie en Veiligheid en de Hoge Raad De rapporten zijn maandag naar de Tweede Kamer gestuurd door minister van Justitie en Veiligheid David van Weelen (VVD) en staatssecretaris Ingrid Coenradie (PVV).

De Inspectie Justitie en Veiligheid noemt het besluit van oud-minister Sander Dekking, om in 2018 de op Curaçao aan Jamel Lomp opgelegde tbs-maatregel niet over te nemen, ‘onvoldoende te volgen’. 

Lomp, veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging, had beter gemonitord moeten worden door betrokken instanties voorafgaand aan het incident van 20 juni 2023. Lomp pleegde een dodelijke steekpartij in een Albert Heijn in Den Haag.

De rapporten tonen aan dat eerdere waarschuwingen van psychiaters uit Curaçao en Engeland over Lomp’s gevaar niet serieus werden genomen. Hierdoor kon hij uiteindelijk een fatale aanval uitvoeren op de 36-jarige medewerkster Antoneta Gjokja.

De Inspectie concludeert dat de aanpak rondom Lomp niet altijd aansloot op zijn gedrag, persoonlijke omstandigheden en het veiligheidsrisico dat hij vormde. Zo werd vastgesteld dat instanties onvoldoende inspanning leverden om Lomp in beeld te houden en ze er niet in slaagden om passende interventies in te zetten. 

Tevens zou er gebrekkige uitwisseling zijn geweest van informatie tussen organisaties. De Inspectie wijst op de impact van onvolledige justitiële informatie, zoals het niet doorgeven van de tbs-maatregel die Lomp op Curaçao opgelegd had gekregen.

Het rapport bevat aanbevelingen voor ministers en justitiële instanties, waaronder een verzoek om een vastgelegde werkwijze te ontwikkelen voor de beoordeling van overnameverzoeken van tbs-maatregelen binnen het Koninkrijk. Hierin zouden de processtappen worden vastgelegd, zodat ze bij elk verzoek gevolgd kunnen worden.