Aruba, Curaçao en Sint-Maarten lopen het risico aanzienlijk hogere rentetarieven te moeten betalen voor de coronaleningen van Nederland, als er geen overeenkomst wordt bereikt. Den Haag wil de rentes dan verhogen van 0 naar 6 tot 8 procent. Dat meldt Caribisch Netwerk.

De eilanden ontvingen aanzienlijke leningen om de coronacrisis door te komen, maar ze hebben moeite om alles voor 10 oktober terug te betalen. Daarom heeft Den Haag besloten om de leningen te herfinancieren om een groot tekort op de Nederlandse begroting te voorkomen.

Voor Aruba en Curaçao dreigen de rentetarieven nu aanzienlijk te stijgen, omdat Nederland vindt dat ze niet genoeg doen om het risico op niet-terugbetaling te verminderen. Alleen Sint-Maarten heeft al een akkoord bereikt voor leningen tegen 3,1 procent rente met looptijden van 15, 22 en 30 jaar.

Nederland onderhandelt met Aruba, Curaçao en Sint-Maarten over financieel toezicht op Koninkrijksniveau. Als er een akkoord wordt bereikt, zal Nederland een lagere rente aanbieden: 3,1 procent met een looptijd van 20 jaar, in plaats van 6 tot 8 procent. Een tussenoplossing zou 5,1 procent rente voor één of twee jaar kunnen zijn.

Voor Curaçao zal Nederland ook lagere rentetarieven overwegen als er een oplossing wordt gevonden voor het probleem rond verzekeringsmaatschappij Ennia, waar duizenden mensen dreigen een groot deel van hun pensioen te verliezen. Nederland is bereid om te helpen met leningen voor Ennia, maar dit zou de staatsschuld van Curaçao vergroten, wat bezwaren oproept bij het College Financieel Toezicht.

De deadline voor een politiek akkoord is 10 oktober voor Aruba en 30 september voor Curaçao.