Curaçaose jongeren staan milder tegenover de afwezigheid van een vader dan Nederlandse jongeren, dat blijkt uit een intercultureel onderzoek uitgevoerd door promovenda Marielle Osinga van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met de University of Curacao. 

De milde houding van Curaçaose jongeren komt doordat ze vaak niet beter weten. In totaal groeit 28 procent van de kinderen op het eiland op bij hun moeder, terwijl ze omringd worden door familieleden. Alleen hun vader ontbreekt. Nederlandse jongeren spreken juist over emotionele pijn en het missen van hun vader. Volgens onderzoekers kan familiesteun goed zijn om die pijn te verzachten.

Evolutionair gezien is de betrokkenheid van een vader, volgens het onderzoek, noodzakelijk voor het overleven en de ontwikkeling van kinderen. Dat zou betekenen dat de afwezigheid van een vader zou leiden tot een slechte gezondheid en moeite met aanpassen. Het onderzoek toont aan dat de afwezigheid van een vader nadelig is voor het opleidingsniveau en leidt tot problemen en riskant seksueel gedrag. 

Voor het onderzoek zijn 50 interviews afgenomen met Curaçaose-Nederlanders en Nederlandse jongeren en hun moeders over hoe zij de afwezigheid van een vader ervaren. Bovendien hebben 2.222 scholieren in Curaçao en Nederland een uitgebreide online vragenlijst ingevuld.