Nina Ansary, dochter van miljardair Hunshang Ansary, heeft vanuit de Verenigde Staten een rechtszaak aangespannen tegen de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Nina beschuldigt de bank van plundering van haar bezittingen.

De miljardairsdochter eist een schadevergoeding van 110 miljoen dollar omdat de Centrale Bank meerdere malen een Vriendschaps-, Handels- en Scheepvaartverdrag tussen de VS en het Nederlandse Koninkrijk zou hebben geschonden. Dit verdrag zou betrekking hebben op haar minderheidsbelang in Parman International BV, waar ook verzekeringsmaatschappij Ennia Caribe onder valt. Ansary beweert dat ze 15,9 procent bezit heeft in Parman, samen met andere aandeelhouders waaronder haar vader. Hij wordt in haar klacht omschreven als de meerderheidsaandeelhouder van de BV.

Volgens de klacht heeft de Centrale Bank in juli 2018 een nood-machtiging verkregen van Curaçaose rechtbanken om de verzekeringsactiviteiten van Parman over te nemen. De holding van Ennia zou namelijk de wetten niet naleven die zijn vereist met betrekking tot het kapitaal van Ennia. De overname moest dit herstructureren. Ansary zegt dat de Centrale Bank tot nu toe geweigerd heeft om dit plan uit te voeren en de geherstructureerde bedrijven ‘terug te geven’ aan de aandeelhouders. In plaats daarvan zou de bank de voorkeur hebben de aandelen enkele jaren vast te houden.

CBCS zegt tegenover het Antilliaans Dagblad kennis te hebben genomen van de klacht van Ansary. “Wat opvalt is dat de klacht bol staat van de misplaatste- en onjuiste beweringen”, aldus de bank. Ansary zou juist zijn veroordeeld door de rechter op Curaçao tot een betaling van een schadevergoeding van ruim 945 miljoen gulden aan Ennia.