Twee Curaçaose verdachten in de witwaszaak Cymbal hoeven in hoger beroep niet terug de cel in. Dat heeft het Gerechtshof in Leeuwarden vrijdag bepaald. De mannen zijn veroordeeld voor witwassen, valsheid in geschrifte en het deelnemen aan een criminele organisatie.
De Cymbal-zaak draait om het zogeheten dollartoerisme dat actief was van 2004 tot 2017. Venezolanen kregen nepfacturen voor producten die ze zogenaamd op Curaçao hadden gekocht. In werkelijkheid incasseerden zij het bedrag vermeld op de factuur. Die bonnen konden vervolgens in Venezuela weer worden gebruikt als bewijs dat de dollars waren besteed voor aankopen. Diezelfde dollars verkochten ze met winst in Venezuela, waar buitenlandse valuta schaars is. Als tegenprestatie ontvingen de bedrijven op Curaçao een percentage van vermelde bedragen op de bon. De totale waarde van de zogenaamde transacties bedroeg 320 miljoen dollars.
Door het Openbaar Ministerie en de verdachten is in deze zaak een deal gesloten. In deze afspraken zou het OM straffen eisen waardoor beide verdachten niet opnieuw naar de gevangenis zouden gaan. Eén van de verdachten had 44 dagen in voorarrest gezeten, de ander ruim zeven maanden. De rechtbank ging destijds niet akkoord met de afspraken en veroordeelde de verdachten tot gevangenisstraffen van vijf en zes jaar.
Aangezien het “swipen” van geld in de periode van het dollartoerisme op Curaçao een algemeen bekend verdienmodel was, houdt de rechter daar in het hoger beroep rekening mee en keurt de afspraken nu wel goed. Het fenomeen was bekend bij zowel de Centrale Bank als de plaatselijke banken en werd gedoogd.
Verder hecht het Hof er waarde aan dat de verdachten hebben meegewerkt aan het onderzoek. Ook de openheid van de verdachten omtrent het swipen was van belang in het verder onderzoek van de zaak. Hierdoor kreeg het OM een beter beeld van het dollartoerisme.
