donderdag 25 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Alle 21 Statenleden van Curaçao hebben de regering in een motie verzocht om de heikele punten in de consensusrijkswet Coho te heronderhandelen. Zo vinden de Statenleden dat de Nederlandse minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een te dikke vinger in de pap heeft. De invloed van de Nederlandse minister in het Coho is te groot, aldus de motie.

Ook stellen de Staten dat een vooraf gedefinieerd kader van de financiële investeringen, noodzakelijk voor de economische ontwikkelingen van Curaçao te garanderen ontbreekt. De Staten voelen zich gesterkt door de adviezen van de Raad van State en de Raad van Advies. Verschillende elementen in de voorgestelde Coho-wet tasten de autonomie van Curaçao aan. Daarnaast veroorzaakt het voorstel veel consternatie in de gemeenschap.

Voor het opstarten van het heronderhandelingstraject verwijzen de Staten naar de Staatsregeling (artikel 78) en de Nederlandse grondwet (artikel 84). Deze artikelen hebben dezelfde strekking. Zolang een ontwerp-landsverordening in gediend door de regering niet door de Staten is goedgekeurd, kan deze door hen, op voorstel van een of meer leden, en door de regering, worden gewijzigd.

Ook de Staten van Sint Maarten staat afkeurend tegenover het wetsontwerp. Half mei moet het verslag van de parlementen van de CAS-landen bij de Tweede kamer binnen zijn. Het Nederlandse parlement wilde voor het zomerreces het Coho aannemen.