vrijdag 29 maart 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Het verzoek van de Staten van Curaçao, Aruba en Sint Maarten om de inbreng voor het voorstel van de rijkswet Coho uit te stellen tot 17 juni is door de Tweede Kamer afgewezen. De commissie voor Koninkrijksrelaties stemde wel in met uitstel tot medio mei. Dat is een week na het Interparlementair overleg (Ipko).

Oorspronkelijk zou de inbreng van de parlementen op 20 april binnen moeten zijn. Maar de Staten zijn nog niet klaar met de behandeling van de rijkswet. Op Curaçao willen de fracties nog met premier Gilmar Pisas (MFK) en met ambtenaren over het Coho in debat gaan.

Het doel van het Coho is om in de landen te bevorderen dat hervormingen van bestuurlijke aard worden doorgevoerd, overheidsfinanciën duurzaam op orde komen en de weerbaarheid van de economie wordt versterkt.

De Staten kunnen voor de openbare behandeling in de Tweede Kamer het wetsvoorstel onderzoeken en daarover vragen stellen. Deze vragen zullen beantwoord worden door de landsregeringen in een nota.  De Staten kunnen één of meer bijzondere gedelegeerden aanwijzen. Die kunnen de mondelinge behandeling in de Tweede Kamer en Eerste Kamer bijwonen en bij de behandeling in de Tweede Kamer wijzigingen (amendementen) voorstellen en moties indienen. Over amendementen moet altijd worden gestemd en bij een meerderheid worden de veranderingen doorgevoerd.

Als één of meer daartoe aangewezen gedelegeerden van de Staten zich tegen het voorstel in de Tweede Kamer verklaren, roept dat de vraag op of daarmee voor die landen ook de instemming aan het voorstel komt te vervallen. Dan zal moeten worden geverifieerd of deze tegenstem representatief is voor het land in kwestie en daarmee de steun komt te vervallen. Dat is bijvoorbeeld het geval als in (één van de) Staten een motie is aangenomen waarin het voorstel wordt verworpen.