vrijdag 19 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Parlementariër Eduard Braam (MFK) is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak dat hij geen minister mag worden. Hij is het niet eens met uitlatingen van de rechter tijdens de rechtszaak vorige maand. Dat bevestigt hij tegenover NU.cw. 

De parlementariër geeft aan dat het hem niet meer gaat om het ministerschap. Die functie is inmiddels ook al vervuld door Shalten Hato. “Ik hoef geen minister meer te worden, het gaat mij nu om naamszuivering. Ik heb geen rust gekregen van de zaak en ik heb nog niet het gevoel dat het recht heeft gesproken, er waren een paar punten waar ik absoluut niet mee akkoord ga”, aldus Braam tegenover NU.cw. 

De rechter oordeelde vorige maand dat Braam geen minister van Justitie mocht worden door een veroordeling voor een zedendelict in 2002. Hij had twintig jaar geleden een heimelijke ontmoeting met een ex-patiënt die minderjarig was. Hij werd daarvoor veroordeeld, maar kreeg geen straf.

Tijdens de rechtszaak heeft de rechter dingen gezegd die bij Braam niet goed zijn gevallen. “Er zijn uitspraken gedaan die mij pijn doen en die niet op waarheid berusten. Ook vond ik dat de rechter in de stoel is gaan zitten van de rechters van 2002, dat kan ik niet accepteren. Ik denk dat die hele zaak mij meer ruis heeft gebracht dan rust. Dat kan ik als parlementariër niet gebruiken”, aldus Braam. 

Het woord ‘veroordeelde’ zit Braam ook in de weg. “Ik heb destijds geen straf gekregen, ben ik dan wel een veroordeelde”, vraagt hij zich af. Volgens de parlementariër waren er technische vragen in de hele zaak waardoor hij nu tijdens het hoger beroep zal inzoomen op het woord veroordeling. 

Dat de hele zaak nu weer media aandacht zal krijgen vindt Braam niet erg. “Als je in de politiek zit moet je brede schouders hebben, die heb ik. Ik neem het op de koop toe dat de media aandacht weer oplaait, ik geloof in mijn verhaal.”

Braam heeft vertrouwen in de rechtszaak en denkt het hoger beroep niet te verliezen. “Ik ben samen met experts gaan zitten en ik ben ervan overtuigd dat de drie onafhankelijke rechters het zullen inzien.” Ook geeft hij aan dat hij al een lange tijd geleden zijn excuses heeft aangeboden aan de betrokken persoon en dat hij hoopt zijn  leven weer te kunnen oppakken.