Ministers mogen nu maximaal zeven kabinetsmedewerkers hebben, in plaats van vijf. Dat is één van de wijzigingen in de regeling voor kabinetsmedewerkers die vanaf 14 juni vorig jaar geldt, aldus het ministerie van Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD).

Daarnaast krijgen kabinetsmedewerkers voortaan een overwerkvergoeding op basis van de daadwerkelijk gewerkte overuren. Hiervoor kregen ze automatisch een overwerkvergoeding.

Ook is de automatische bevordering van kabinetsmedewerkers die al ambtenaar zijn afgeschaft. Voor de aanpassing gingen ze drie tredes omhoog als ze hun werkzaamheden binnen hun ministerie weer hervatten. Daar is nu een einde aan gekomen.

Tot slot moeten de vakantiedagen ook conform de wet- en regelgeving worden opgenomen en vervallen deze als ze niet op tijd worden opgenomen.

Sinds 14 juni 2021 gelden er voor kabinetsmedewerkers dezelfde arbeidsvoorwaarden als voor ambtenaren. Aangezien kabinetsmedewerkers een bijzondere taak uitoefenen ontvangen ze een toelage van 25 procent bovenop hun salaris, aldus het BPD-ministerie.

Voor wat betreft de uitbreiding van het maximumaantal kabinetsmedewerkers zegt het BPD-ministerie dat er een functie van specialistisch adviseur toegevoegd is. Degene die op deze functie wordt benoemd moet ook de taken van kabinetschef kunnen uitoefenen.

Deze functie is erbij gekomen zodat ministers binnen de kaders gebruik kunnen maken van specialisten om hen te adviseren binnen hun beleidsgebied. Dit is een kostenbesparende maatregel. Hiermee wordt voorkomen dat ministers allerlei andere specialisten inhuren.

Afhankelijk van de grootte van een ministerie kunnen ministers gebruikmaken van 2 tot 3 ondersteuners om lopende projecten en/of verzoeken af te handelen. Voor iedere functie is een profiel gemaakt waaraan een kabinetsmedewerker moet voldoen.