De overheidsschuld is in 2021 opgelopen tot 90 procent van het bruto binnenlands product. De stijging wordt veroorzaakt door de liquiditeitssteun die het eiland van de Nederlandse staat heeft gekregen om het inkomensverlies als gevolg van de pandemie te compenseren en om overheidssteun te kunnen verlenen aan de meest getroffen groepen in de samenleving.

Voor Curaçao bedroeg de liquiditeitssteun in 2021 244 miljoen gulden. Deze werd verstrekt in de vorm van tweejarige leningen. Volgens de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) zullen de overheidsfinanciën in 2022 zorgwekkend blijven, aangezien de overheden van zowel Curaçao als Sint Maarten hoge tekorten op hun lopende begroting verwachten, zij het minder dan in 2021.

Om de verwachte tekorten te dekken, zullen beide regeringen dus op leningen of liquiditeitssteun aangewezen zijn. “Daarnaast zal de liquiditeitssteun die de overheden tijdens de pandemie hebben ontvangen in 2022 moeten worden terugbetaald. Gezien de huidige stand van de overheidsfinanciën zullen de regeringen de herfinanciering van deze leningen met Nederland moeten onderhandelen”, stelt CBCS-directeur Richard Doornbosch.