De Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) schaft per 1 januari 2022 de huidige kapitaalrestrictie af. De kapitaalrestrictie werd op 20 maart 2020 geïntroduceerd, na het uitbreken van de Covid-19 pandemie, om mogelijke kapitaalvlucht te beperken. Maar van een kapitaalvlucht is ook na eerdere versoepelingen geen sprake.

De kapitaalrestrictie hield in dat er geen deviezenvergunningen meer werden verleend voor overboekingen naar het buitenland om de afvloei van deviezen te beperken. Een deviezenvergunning is vereist voor transacties van 150.000 gulden of meer en die konden door de restrictie niet meer plaatsvinden. Voor transacties van minder dan 150.000 is geen deviezenvergunning vereist en die konden normaal uitgevoerd worden.

Volgens de CBCS heeft de kapitaalrestrictie, samen met de omvangrijke instroom van deviezen door de liquiditeitssteun van Nederland en lagere importen door de diepe economische crisis, bijgedragen aan de handhaving van een solide deviezenpositie en importdekking van de monetaire unie.

In 2020 waren de officiële deviezenreserves met 612 miljoen gulden toegenomen tot 2,9 miljard gulden en was de importdekking gestegen van 6,2 tot 7,1 maanden. In 2021 is de deviezenpositie verder versterkt met een toename van 338 miljoen tot 3,2 miljard gulden per 10 december 2021 en een stijging van de importdekking tot 7,5 maanden.

De CBCS had daarom besloten per 1 oktober 2021 te beginnen met de afbouw van de kapitaalrestrictie. Buitenlandse overboekingen tot 300.000 gulden werden weer toegestaan. Ook mochten pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen weer buitenlandse investeringen doen en dividend en winst aan niet-ingezetenen uitkeren.

Ook na de versoepeling van de kapitaalrestrictie bleef de deviezenpositie en importdekking solide.