Nina Ansary gaat in hoger beroep tegen de veroordeling tot betaling van honderden miljoenen schadevergoeding aan de Ennia-verzekeringsgroep. Dat bevestigt de advocaat van de dochter van Hushang Ansary tegenover het Antilliaans Dagblad.
Door wanbeleid van oud-beleidsbepalers en aandeelhouders zou Ennia volgens toezichthouder de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) een schade hebben geleden van minimaal 700 miljoen gulden. Advocaten van de verzekeringsmaatschappij pleitten in oktober dat de schade zelfs nog hoger zou zijn uitgevallen.
De verzekeringsmaatschappij eiste een schadevergoeding van 1,1 miljard gulden in de aansprakelijkheidsprocedure tegen Ansary en andere ex-bestuurders, waaronder Nina Ansary, die rond 2018 de leiding hadden. De rechter stelde vast dat na de overname van Ennia in 2006 sprake is geweest van een wijziging in het beleid en van transacties en uitgaven, die zeer nadelig waren voor Ennia.
Het gerecht houdt de gedaagden aansprakelijk voor de geleden schade en heeft een schadevergoeding van ruim één miljard gulden opgesteld. De dochter van Ansary was niet alleen aandeelhouder bij Ennia, maar tussen 2009 en 2018 ook commissaris. De rechter stelde dat zij ernstig tekort is geschoten in haar toezichtstaak en veroordeelde Ansary tot een betaling van 945,5 miljoen gulden.
Het hoger beroep is nog niet ingesteld. “Maar dat gaat wel gebeuren”, stelt advocaat Roderick Van Hees. “Voor het instellen van hoger beroep staat een wettelijke termijn van zes weken. De termijn is nog niet verstreken.” Het is onbekend of de andere gedaagden ook in hoger beroep zullen gaan.
