vrijdag 29 maart 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Gevolmachtigde minister Carlson Manuel (MFK) beweert dat er een aantal onwaarheden zitten in de berichtgeving die naar buiten is gekomen over de aanstelling van vier medewerkers in het Curaçaohuis. De Directie Human Resources en Organisatie (HRO) heeft de regering eind oktober afgeraden om de medewerkers die op voordracht van gevolmachtigde minister in dienst zijn gekomen van het Curaçaohuis aan te nemen. Ondanks het negatieve advies ondertekende premier Gilmar ‘Pik’ Pisas (MFK) het aanstellingsbesluit namens de Raad van Ministers. Dat meldt de website Dossierkoninkrijksrelaties.

Volgens de HRO hebben de werknemers niet de vereiste opleiding en werkervaring die nodig is voor de functie die zij vervullen. De afspraak met Nederland is dat er uitsluitend vacatures worden opgesteld als het om kritische functies gaat. Daarnaast zijn alle vier de kandidaten familie ofwel vrienden van de gevolmachtigde minister.

Hoewel Manuel in oktober benadrukte dat zijn broer niet door het Curaçaohuis wordt betaald, schrijft Dossierkoninkrijksrelaties dat uit officiële stukken blijkt dat het dienstverband per één juli is ingegaan. Dit ondanks de bezwaren van de Directie HRO, die premier Pisas wees op de schijn van belangenverstrengeling.

In een korte verklaring tegenover NU.cw laat de gevolmachtigde minister weten momenteel nog geen reactie te willen geven op de aantijgingen. Wel laat Manuel weten dat hij een onderzoek is gestart en dat er ‘een aantal onwaarheden zitten in de zaken die besproken worden’.

Eerder ontstond er al commotie over de werknemers van de gevolmachtigde minister. Hij verklaarde toen tegenover NU.cw dat de berichten over het in dienst nemen van zijn broer en schoonzus niet klopten. Volgens de minister heeft zijn broer inderdaad werkzaamheden voor hem verricht, maar heeft hij die uit eigen zak bekostigt. Door een tekort aan personeel door Covid-19 zou Manuel zijn schoonzus hebben gevraagd om tijdens het bezoek van de minister van Financiën (Javier Silvania, red.) hand- en spandiensten te verrichten. “Dat deed ze drie weken, kreeg hier geen vergoeding voor en deed het uit liefde voor mij”, zei de gevolmachtigd minister destijds.