donderdag 18 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat voormalig minister-president Gerrit Schotte twee miljoen gulden terug moet betalen aan de staat.

Door ambtelijke corruptie en witwassen werd Schotte in maart 2016 onherroepelijk veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Als bijkomende straf werd hem vijf jaar lang het kiesrecht ontnomen.

Volgens de rechter heeft Schotte hoge geldbedragen aangenomen van een bevriende Italiaanse zakenman. Deze geldbedragen waren bedoeld om hem te bewegen tot een tegenprestatie.

Het Gemeenschappelijk Hof oordeelde vervolgens in de ontnemingszaak dat de voormalige minister-president wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit het aannemen van deze giften en uit een soortgelijk feit.

Het bedrag dat Schotte terug moet betalen staat op 1.844.190,26 gulden. Schotte stelde vervolgens beroep in bij de Hoge Raad. Zijn advocaten wilden dat de uitspraak van het Gemeenschappelijk Hof vernietigd zou worden.

In de cassatieklachten werd getwijfeld aan het feit dat Schotte voordeel heeft verkregen van deze giften, onder meer omdat de bankrekening waarop het geld gestort werd niet op zijn naam stond en de giften werden gebruikt als donaties aan de politieke campagne van Schotte.

Ook zou het Hof onvoldoende hebben gestimuleerd dat er genoeg aanwijzingen bestaan voor de beschuldigingen. Als laatste zou het Hof een onjuiste maatstraf hebben gehanteerd. Schotte zou niet de financiële draagkracht hebben om aan de ontnemingsregel te voldoen.

De Hoge Raad vindt de cassatieklachten ongegrond en ze roepen geen juridische belangrijke vragen op. Met de uitspraak van de Hoge Raad is de oplegging van de ontnemingsmaatregel definitief en moet Schotte twee miljoen terugbetalen.