Curaçao kreeg gisteren geen ‘nee’ te horen in de Rijksministerraad in Den Haag bij het besluit over de volgende tranche liquiditeitssteun. Maar omdat Curaçao nog niet voldoet aan de voowaarden, krijgt het de steun toegekend in deeltranches. Het gaat in totaal om 168 miljoen gulden.

Dat heeft de Rijksministeraad gisteren besloten, zo is te lezen in de Besluitenlijst van de raad op Rijksoverheid.nl.

De ministerraad heeft daarnaast staatssecretaris Knops van Koninkrijksrelaties gemachtigd om, in overleg met premier Rutte en minister van Financiën Wopke Hoekstra, zelf te besluiten over de zesde tranche liquiditeitssteun aan Curaçao en ook Sint Maarten. Voor een beslissing hierover hoeft Knops dus niet meer te wachten op een nieuwe Rijksministerraad.

Curaçao ontvangt, net als Aruba en Sint Maarten, sinds begin 2020 liquiditeitssteun om de gevolgen van de covidpandemie op te vangen. Maar wel onder voorwaarde van de uitvoering van de Landspakketten met hervormingen en toezicht daarop. De liquiditeitsbehoefte wordt per kwartaal beoordeeld, net als de voortgang van de uitvoering van de landspakketten.

De liquiditeitssteun in het derde kwartaal van 2021 betreft de zesde tranche. Op basis van de Cft-adviezen wordt voorgesteld Curaçao 168 miljoen gulden aan liquiditeitssteun voor het derde kwartaal van dit jaar toe te kennen. Voor Aruba ligt 181 miljoen klaar en voor Sint Maarten 48 miljoen.

Maar, zo stelt de ministerraad: “Geen van de drie landen voldoet op dit moment geheel aan de voorwaarden gesteld aan deze tranche. Voor Aruba betreft dat een aantal kleine punten. Voor zowel Curaçao als Sint Maarten zijn de tekortkomingen groter.”

Daarom wordt voorgesteld aan de uitbetaling van de zedse tranche voor zowel Curaçao, Aruba als Sint Maarten ‘nadere voorwaarden en tijdlijnen te verbinden’. En voor Curaçao wordt daarbij ook voorgesteld de zesde tranche te splitsen in deeltranches.