Wanneer men tracht te betogen dat procedures die in leven zijn geroepen om goed bestuur te waarborgen uitgebannen moeten worden dan zal die stelling bij velen van ons een verwonderend wenkbrauw gefrons veroorzaken. Waarom zou je dat willen vraag je jezelf dan af. Indien dergelijke uitspraken ook nog uit de koker komen van een geroutineerde advokaat en in dit geval nog extremer, uit de mond van diens optreden als kabinetsformateur, dan stijgt de verbazing ten top.
Hoe is het hemelsnaam mogelijk dat uitgerekend een kabinetsformateur pleitbezorger is voor het elimineren van wat ik zowat de laatste ‘line of defense’ wil noemen die de burgers bescherming kan bieden tegen willekeur, machtsmisbruik en corruptie door verkeerde bewindvoerders.
In 2010 heeft de heer Chester Peterson in zijn hoedanigheid van medeoprichter van Fundashon Korsou Fuerte & Autonomo (KFO), de stichting die onafhankelijkheid voor Curacao nastreeft, met een eenzijdig juridisch betoog geprobeerd de screeningsbevoegdheid door onze veiligheidsdienst (die hij een ‘onbetrouware stiekemploeg’ noemde), aan te vechten. Over de gouverneur gaf KFO toentertijd te kennen dat “de koloniale figuur van de gouverneur maar beter in zijn hokje kan blijven zitten” om vervolgens er ook nog aan toe te voegen dat “we werken er naartoe om alle koloniale figuren te laten verdwijnen. De Gezaghebber is al weg. Rest ons nog de gouverneur, Sinterklaas en de koningin.”
De heer Peterson schopt tegen het instituut van de gouverneur maar kent deze koloniale gezagsdrager blijkbaar wel de bevoegdheid toe om hem als (in)formateur aan te stellen, daar heeft hij blijkbaar geen moeite mee. Geheel inconsistent, ontkent hij daarna wel haar bevoegdheid om door hem voorgestelde kandidaten te onderwerpen aan een geschiktheidstoets. Hij vindt dat de Gouverneur blindelings die kandidaten tot minister moet benoemen die hij aan haar voorschotelt, punt uit. Te gek voor woorden.
Verbazendwekkend is gewoon het feit dat uitgerekend een kabinetsformateur pleit voor een proces van versoepeling of zelfs afschaffing van de screeningswet, een standpunt dat niet anders kan worden geinterpreteerd als een poging om het normatief gehalte en het zedelijk gedrag van toekomstige ministers niet meer te onderwerpen aan een toets over hun deugdlijk blijken voor invulling van de funktie van minister. Meneer Peterson vindt die toets volstrekt onnodig. Hij verzet zich tegen de toepassing van een procedure die de meeste van ons als vanzelfsprekend beschouwen, een procedure die wij een logische stap vinden in het nastreven van de kwalitatief geschikte bestuurders.
Van een (in)formateur zou men juist maximale inzet verwachten in het zoeken naar kandidaten die niet alleen qua professionaliteit en kunde maar ook vanwege een persoonlijk hoog ethisch en moreel gehalte, de beste keuzes vertegenwoordigen om dit land te besturen, een zoektocht waarbij het mechanisme van een screeningsprocedure zeer instrumenteel, zelfs essentieel kan zijn. Het willen elimineren daarvan en het verwijderen van de gouveneur als objectieve, non-politieke maatstaf in de procedure duidt op een neiging tot willekeur en zelfs op kwaadwillig populisme en wekt de indruk dat bij voorbaat alle barrieres dienen te worden verwijderd die de occupatie van ministerzetels door welke voorgedragen persoon dan ook, zouden kunnen beletten.
Wij hebben reeds gezien waar het monddood maken van de VDC en het negeren van de screeningresultaten in 2010 toe heeft geleid, een premier die tot onze grote schande wegens corruptie uiteindelijk in de gevangenis is beland. Dezelfde pogingen tot het uitschakelen van screeningsmechanismen worden thans herhaald. L’histoire se repete, we zijn weer terug bij af. Dit terwijl in de grapevines intussen druk gespeculeerd wordt over de afwijzing van minstens drie kandidaat-ministers. Peterson maakt zich dus terecht ongerust om het pakket aan kandidaten dat hij wenst voor te dragen, afwijzing van een of meerdere kandidaten zou hem diep treffen als was het maar omdat hij zich niet verantwoordelijk voelt voor het moreel en ethisch gehalte van de door hem voorgestelde kandidaten, voor hem gelden die criteria niet en dienen dan ook niet beoordeeld te worden, hoe die lui qua normbesef in elkaar zitten zal hem een zorg zijn, dat is niet zijn pakkie an, politieke aanvaardbaarheid van de nieuwkomers is all that matters.
Wat mij uberhaupt onbegrijpelijk voor komt is hoe uitgerekend twee van de meest recalcitrante en opstandige Nederland-haters t.w. Chester Peterson en Rutsel Martha benaderd zijn geworden om onze nieuwe regering te formeren. Peterson heeft een reputatie opgebouwd als de meest notoire onderwereld-advokaat en is tevens mede-grondlegger is van de immer gezags-ondermijnende, naar onafhankelijkheid strevende KFO-beweging.
De andere poot van het duo, Rutsel Marta, staat geboekt als een ras-querulant die zowat zijn hele professionele carriere zich op oorlogspad heeft begeven tegen Den Haag. Het aan het stuur zetten van deze oproerlingen kan op zichzelve genomen reeds beschouwd worden als een verkapte oorlogsverklaring tegen Nederland, het zaad van het antagonisme is hiermee reeds gezaaid.
Het lijkt mij duidelijk dat deze masterminds gesteund door andere exponenten uit de FKFO/Schotte entourage, een eigen agenda er op nahouden en dat zij toenutoe er ook redelijk in zijn geslaagd de nieuwe coalitiegenoten naar hun hand te zetten. Dat gebeurde echter niet zonder slag of stoot. De verwarring die in de MFK-partijtop is ontstaan nadat partij-bons Cooper zich extreem afwijzend, welhaast vijandig, had opgesteld t.o.v. het COHO-gebeuren en het daarop gevolgde terugfluiten van deze sukkel, toont aan dat de top niet op een lijn zat en dat het warrige verhaal rond een plan B moeilijk viel uit te leggen.
Een zeer klungelig en unprofessioneel begin van een coalitie die duidelijk van buiten wordt aangestuurd en die met de eigen mensen nog geen goed raad weet. Regeerakkoord werd panklaar voorgelegd, alles nauwgezet voorgekauwd, Pik en Mimi hoefden alleen te tekenen bij het kruisje. Het is duidelijk waar de regie ligt. In een eerder door mij opgesteld ingezonden stuk ( titel:Pekipoe en de Curacaose Deep State) heb ik gewaarschuwd voor het bestuursmodel van een nog niet voor hun taak goed uitgeruste groep politici die van buiten af aangestuurd en gemanipuleerd worden door influencers met een eigen obscure agenda, een agenda die in ons geval riekt naar druk op vervreemding/afstoting van het koninkrijksverband. Let wel, het onafhankelijkheidsstreven van de KFO-beweging is niet gebaseerd op politiek-ideologische motieven, maar heeft enkel tot doel om voor hun belangengroep staatsrechtelijke machtsposities te verwerven die niet onderhevig zijn aan wat voor controle-strukturen dan ook. Dan kan het feest namelijk pas echt beginnen.
Zowel Peterson als Martha hebben een broertje dood aan bemoeizuchtig en bedillerig Nederland en onderhouden op zijn minst latente contacten met het Venezolaanse narco-regime van Maduro. Wij kunnen nog niet inschatten wat die enerzijds wraakzuchtige en anderzijds opportunistische geesteshouding van dat duo zal betekenen voor de toekomst van ons land, veel hangt af van de duistere plannen die deze influencers in petto hebben en van de mate waarin zij erin zullen slagen de politici naar hun hand te zetten. Feit is dat wij voorlopig niet van hun af zullen zijn en dat zij hun aansturende rol voor een maximale periode zullen trachten te bestendigen. Curacao verkeert in een gevarenzone. Net als in de rest van Latijns-Amerika staat ook onze democratie onder druk.
Curacao is niet vrij van corruptie en populisme, dit kankergezwel vormt samen met de vercriminalisering van het continent het grootste gevaar voor het voortbestaan van onze rechtsstaat. De kans is groot dat beide influencers na installatie van de nieuwe regering in andere adviseurs-capaciteiten zullen belanden en dat daarnaast ook nog de eeuwige kring van elkaar de bal toespelende consultants weer een vast plekje zullen krijgen. Zo werkt dat nu eenmaal.
Het gevaar bestaat nu echter dat de nieuwe groep van onervaren politici vroegtijdig vergiftigd zullen worden met de diepgewortelde afkeer die deze influencers koesteren tegen alles wat maar Hollands is. Daarnaast valt te verwachten dat zij veel energie zullen stoppen in het aanhalen van de banden met Venezuela zijnde uitgerekend het land dat juist de grootste bedreiging vormt voor de Latijns-Amerikaanse democratie. Meer dan ooit heeft ons land dus beschermingsmechanismen nodig tegen oprukkend populisme en corruptie, onze screeningsprocedures moeten dus juist worden aangescherpt met het oog op het kunnen waarborgen van processen voor werven van goede bestuurders. Adviseurs die het tegendeel beweren, die juist van de screening van ministers afwillen, zijn met iets anders bezig maar in ieder geval niet met het belang van de burgers van Curacao.
George Lichtveld
Bezoekers van onze website kunnen hun ingezonden reacties mailen naar redactie@nu.cw. Lezers die brieven, ingezonden stukken of reacties sturen ter publicatie, verlenen door inzending onbeperkt toestemming het materiaal te publiceren. NU.cw is niet verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden reacties.
1 reactie
Hens
Ook deze keer slaat de heer Lichtveld de spijker op z’n kop en geeft hij zeer duidelijk aan waar uit welke hoek het gevaar afkomstig is.
Peterson en zijn vrienden vormen voor Curaçao een directe levensgrote bedreiging: als het aan deze lieden ligt, vervalt het eiland in complete anarchie, wordt het een criminele hub waar de bevolking slechts voor spek en bonen dient en waar Peterson cs links en rechts de zakken vult met criminele,, corrupte en asociale zaken.
De sluwe Peterson kent de mazen en spant op slimme wijze diverse mensen voor zijn karretje en maakt ze zijn handlangers in de weg naar anarchisme en rotzooi op Curaçao.
Het volk ziet het niet, wil het niet zien, is bang of vindt het juist prachtig.
Met zijn commentaar op de screeningswet zet Peterson weer een stap in zijn heimelijk gekozen weg om het eiland van zijn eigen volk te stelen.
Eng, heel eng.
Maar Lichtveld ziet dat goed. Hopelijk wordt de waarschuwing opgepakt.
Reacties zijn gesloten.