donderdag 25 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Werkgevers worden verplicht bij vacatures voor ongeschoolde of laaggeschoolde beroepen, waarbij een overschot is op de lokale markt, eerst Curaçaoenaars aan te nemen. Buitenlandse arbeidskrachten krijgen niet meer automatisch een werkvergunning in deze sectoren.

Dit zogeheten ‘moratorium op tewerkstellingsvergunningen’ voor buitenlandse arbeidskrachten is vastgelegd in een Ministeriële Regeling (MR). “Het is de zorg van de overheid om de lokale arbeidsmarkt te beschermen en te bevorderen voor zover daarin kan worden voorzien. In dit kader is het van groot belang om de toelating van buitenlandse arbeidskrachten tot de lokale arbeidsmarkt te reguleren, door beleid vast te stellen”, zo licht de regeling toe.

Het kabinet wil met de nieuwe maatregel de lokale werkloosheid op Curaçao verminderen. In de afgelopen periode is de ‘sociaaleconomische situatie van de bevolking ernstig achteruit gegaan’, schrijft het kabinet, vooral vanwege de sluiting van de Isla-raffinaderij en de genomen noodmaatregelen door de covidpandemie.  

In de afgelopen 3 jaar werden er jaarlijks gemiddeld 4.000 werkvergunningen aangevraagd voor buitenlandse arbeidskrachten. Het gaat daarbij vooral om ongeschoold of laaggeschoold werk, terwijl daarvoor op de Curaçaose arbeidsmarkt een overschot is. Ook ziet de regering steeds vaker dat werkgevers de voorkeur geven aan krachten uit het buitenland, terwijl er lokaal voldoende geschikte krachten te vinden zijn.  

De beroepen waarvoor nu voorlopig geen tewerkstellingsvergunning wordt uitgegeven zijn onder meer: automonteur, barbediener, bewaker, helper onderhoudspersoneel, laag administratief personeel, laaggeschoolde vaklieden, loodgieter, magazijnmedewerker, metselaar, serveerster, timmerlieden, tuinlieden, uitdeuker, verkoper en winkelpersoneel.