vrijdag 19 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

De voormalige directeur van de Curaçaose veiligheidsdienst (VDC) Edsel Gumbs heeft als getuige in de zaak Maximus vragen beantwoord over een informant die hem zou hebben verteld over de plannen die oud-minister George Jamaloodin had om Wiels te laten vermoorden.

Jamaloodin werd in eerste aanleg tot 28 jaar cel veroordeeld. Volgens het OM gaf hij opdracht tot de moord op politicus Helmin Wiels in 2013.

Gumbs werd in 2010 werd op non-actief gesteld, vlak nadat Gerrit Schotte zijn eerste kabinet samen had gesteld. Gumbs was op dat moment bezig met de screening van de kabinetsleden.

Gumbs werd de toegang ontzegd tot de gebouwen van de geheime dienst door Schotte en diens minister van Justitie. Schotte, die toen premier was, liet in een schrijven aan Gumbs weten dat het vertrouwen in hem ernstig was aangetast en later dat jaar werd Gumbs op non-actief gesteld.

Hierover ontstond een juridisch gevecht tussen de overheid en Gumbs dat twee jaar heeft geduurd. Uiteindelijk liep het af met een eervol ontslag voor Gumbs in 2013. Dat ontslag werd in 2015 nietig verklaard door de rechter, maar Gumbs is niet meer aan het werk gegaan bij de VDC.

Volgens de informant, van wie alleen Gumbs de identiteit weet en deze onder geen enkele voorwaarde wil onthullen, zou hij gehoord hebben dat Jamaloodin de klus aan iemand heeft aangeboden om een persoon ‘koud te maken’. Dat zou gebeurd zijn toen hij benaderd werd door een man in een auto met zwarte ramen die een buit aan onder meer gestolen horloges aanbood.

Deze wilde hij aan Jamaloodin verkopen. Jamaloodin zou volgens de informant hebben gezegd daar geen interesse in te hebben, maar wel een klus te hebben voor die persoon. De naam van Wiels werd genoemd. De man zou bedankt hebben voor de klus en zijn weg gereden.

Later die dag kwam diezelfde wagen terug waarin Burney “Nini” Fonseca en Luigi Florentina zaten. Jamaloodin zou een blik op de informant hebben geworpen als teken dat hij weg moest, omdat hij iets te bespreken had dat de informant niet mocht horen.

Omdat Gumbs niet werkzaam was toen de informant contact met hem opnam, heeft hij de informant geadviseerd om het RST, het OM of de politie te benaderen. Maar de informant wilde volgens Gumbs met niemand anders hierover spreken. Alleen met Gumbs.

Wat voor verwarring en onduidelijkheid zorgde tijdens de ondervraging afgelopen woensdag is dat Gumbs verklaarde dat hij op zijn mobiele werktelefoon gebeld was door de informant. Maar Gumbs had al zijn werkmateriaal in 2012 ingeleverd omdat hij op non-actief was gesteld. De moord op Wiels vond plaats in 2013.

Gumbs kwam pas in 2015 naar voren met zijn verklaring over de informant. De vraag is dus hoe kan dat de informant op de werktelefoon heeft gebeld terwijl Gumbs deze niet meer had. Gumbs bleef echter bij zijn verklaring.