zaterdag 20 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Via een ingezonden brief getiteld: ‘Vrijwillige repatriëring of gedwongen deportatie?’ heeft Human Rights Defense Curaçao (HRDC) haar verbazing en ongenoegen geuit over de verklaringen die staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van Binnenlandse Zaken en Koninkrijk Relaties, in de Tweede kamer heeft gegeven met betrekking tot Venezolaanse vluchtelingen en crisismigranten op Curaçao. De brief is getekend door Ieteke Witteveen, van de organisatie.

Tweede Kamerlid Antje Diertens (D66) heeft op 8 december naar aanleiding van de berichtgeving over het bericht: ‘Zeventien illegalen ontsnappen uit detentie op Curaçao’ van 18 november vorig jaar, Knopa een aantal vragen gesteld hierover.

Diertens wilde onder meer weten hoeveel Venezolaanse vluchtelingen nog vastzitten en hoeveel daarvan toegang tot juridische bijstand hebben. Ook wilde Diertens weten hoe het zit met het vliegtuig dat 1 december 2020 klaar stond om Venezolaanse migranten en vluchtelingen terug te brengen naar Venezuela, na afspraken met het Venezolaanse consulaat. En in hoeverre deze mensen, al dan niet onder druk, een vrijwillige vertrekverklaring hebben ondertekend in het Nederlands.

Tot slot wilde het Tweede Kamerlid weten in hoeverre de vluchtelingen zijn gewezen op hun recht op juridische bijstand of het recht om bescherming te vragen onder artikel 3.

Tijdens een vergadering op 8 januari heeft Knops antwoord gegeven op de gestelde vragen.  In zijn verklaringen gaf hij aan dat asiel-, opvang- en terugkeerbeleid, waaronder ook het bieden van juridische bijstand aan vreemdelingen, een aangelegenheid van het land Curaçao is.

Knops heeft ook gezegd dat de autoriteiten van Curaçao hem hebben laten weten dat 28 van de in bewaring gestelde vreemdelingen op eigen initiatief hun advocaat benaderd hebben en schriftelijk in hun eigen taal hebben verklaard dat zij gebruik wilden maken van de vlucht van 1 december om terug te keren naar Venezuela.

Hierbij hebben zij volgens de autoriteiten van Curaçao afgezien van het vervolgen van de aanvraagprocedure tot bescherming onder artikel 3 EVRM. Het resterende deel van de passagiers van de repatriëringsvlucht van 1 december, namelijk 84 personen, verbleef volgens de autoriteiten onrechtmatig in Curaçao, zonder in bewaring te zijn gesteld. Deze personen hebben volgens Curaçao op eigen initiatief het ticket bekostigd om vrijwillig terug te keren naar Venezuela.

Volgens HRDC wordt met dit soort antwoorden een vertekend beeld gegeven van de werkelijke situatie. HRDC is van mening dat Knops een beeld schetst dat slechts ten dele aansluit bij de ervaringen en feiten, zoals bekend bij de mensenrechtenorganisatie. Om die reden voelt HRDC zich geroepen om enkele kanttekeningen te plaatsen en voorbeelden te noemen van de nog steeds, naar internationale normen, onaanvaardbare behandeling van Venezolanen die hun toevlucht tot Curaçao zoeken.

Deze kwetsbare groep is niet gebaat bij halve waarheden en politiek-correcte beschrijvingen van de betreurenswaardige situatie, waarin velen van hen zich bevinden, zowel binnen als buiten de vreemdelingenbarakken, zo stelt Witteveen van HRDC.

“Degenen die onze hulp inroepen worden geconfronteerd met twijfelachtige en non-transparante procedures’’, zegt Witteveen. “Onze juridische medewerker krijgt geen toegang. De psychologische druk waarbij voortdurend wordt betoogd dat juridische procedures toch zinloos zijn en dat ze langdurig in de barakken zullen moeten blijven, zijn een belangrijk onderdeel van hun realiteit.”

“Tegen deze achtergrond heeft een groep, die in uitzichtloze en onhygiënische toestanden verkeerde en zonder perspectief om iets voor de achtergebleven familieleden in Venezuela te kunnen betekenen, er niet bepaald vrijwillig voor ‘gekozen’ om gedeporteerd te worden, maar uit wanhoop”, stelt Witteveen.

In haar brief geeft Witeveen een aantal praktijkvoorbeelden:

  • Een groot aantal van de gerepatrieerde vluchtelingen en crisis migranten heeft via Human Rights Defense Curaçao een beroep gedaan op juridische rechtshulp. Human Rights Defense Curaçao kreeg geen toegang tot haar cliënten in de SDKK-barakken om te verifiëren of zij wilden terugkeren of dat ze onder druk gezet werden.
  • Een minderjarige jongen is, tegen alle internationale regelgeving in, op het vliegtuig gezet zonder een schriftelijke verklaring van zijn ouders. Hij gaf aan het door zijn behandeling alhier psychisch zo zwaar te hebben dat hij niet langer kon blijven.
  • Ook speelt de kwestie van twee vrouwen die het slachtoffer zouden zijn geweest van seksueel misbruik door leden van de bewaking. Terwijl een en ander in onderzoek was, hebben deze vrouwen zich “vrijwillig” laten deporteren.

“De conclusie dat de repatriëring ook in deze gevallen vrijwillig is, krijgt tegen deze achtergrond een nogal wrange bijsmaak”, aldus Witteveen. ‘’Dit zijn enkele pijnlijke voorbeelden die ons bekend zijn uit de praktijk. Tezamen met onze lokale en internationale partners, weten wij dat de situatie van vele Venezolanen op ons eiland nog altijd schrijnend is en te vaak gekenmerkt wordt door uitbuiting en xenofobie. Er is veel onwil om hen een reële kans of perspectief te bieden.’’

HRDC zegt al langer te benadrukken dat de verantwoordelijkheid voor het respect voor de mensenrechten een Koninkrijksaangelegenheid is. Opmerkelijk is dat juist de staatssecretaris, die zich enorm inzet voor samenwerking op vele gebieden (ook die waarop Curaçao autonoom is), het dan juist voor de mensenrechten laat afweten.

Knops blijft erbij staan dat Curaçao zelf verantwoordelijk is en dat het vooral een interne aangelegenheid betreft. Dit spoort volgens de HRDC niet met het Statuut en de mensenrechtenorganisatie zegt dat ook de Verenigde Naties bij mensenrechtenrapportages er herhaaldelijk op wijzen dat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid.