donderdag 28 maart 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

De gouverneur Lucille George-Wout sprak tijdens kersttoespraak hoop uit en wilde mensen een hart onder de riem steken:

“Deze kersttoespraak start ik met een zucht, een zucht omdat ook ik me het afgelopen jaar, met zovelen van u op momenten moedeloos heb gevoeld. Maar het is ook een zucht van opluchting. Er is steeds meer zicht op een vaccin tegen het coronavirus en het aantal besmettingen op ons eiland is de afgelopen dagen dalende . Dat stelt gerust. Een vaccin stelt ons in staat om het leven zoals we dat kenden voor de pandemie weer beheerst op te pakken. Dat wil nog niet zeggen dat we er zijn. Nog steeds is voorzichtigheid geboden, en zullen we voldoende rekening moeten houden met elkaar.

De coronacrisis heeft iedereen geraakt. Of het nu door ziekte, verlies van een baan of eenzaamheid kwam, of omdat de crisis ons beperkte in onze vrijheid, we zijn allemaal hard en direct getroffen. Ons dagelijks leven is veranderd sinds de eerste coronabesmettingen in maart op ons eiland werden geconstateerd. En nu, met Kerst willen we maar een ding, samen zijn, stil staan bij wat is geweest en bij wat gaat komen. Samen lachen, samen eten en een hand leggen op een schouder van iemand die dat kan gebruiken. Juist nu kan dat niet en dat doet pijn. Vanaf deze plek wil ik iedereen die dit jaar een naaste heeft verloren veel liefde en troost toewensen. Het verlies valt nu extra zwaar omdat we niet op de gebruikelijke wijze afscheid kunnen nemen. Ik ben, net als heel veel Curaçaoënaars, in gedachten en met mijn hart bij u.

Als we dit jaar iets hebben geleerd dan is het wel hoe belangrijk het is om je gesteund en niet alleen te voelen. Door deel uit te maken van een groter geheel, of dat nu een gezin, een kerkkoor, de buurt of een sportclub is, het is van belang om vreugdevolle gebeurtenissen te kunnen delen en steun te ontvangen op momenten dat het even niet meezit. Dit jaar hebben we ook op gepaste wijze stil gestaan bij het feit dat we 10 jaar
een zelfstandig land binnen het Koninkrijk zijn. Ook als land hebben we ervaren wat het inhoudt om deel uit te maken van een groter geheel. Op verschillende wijzen hebben we hulp mogen ontvangen vanuit het Koninkrijk. Voedselhulp en financiële steun maar ook kennis en ervaring op het gebied van gezondheidszorg en onderwijs werden gedeeld op een moment dat we het zo hard nodig hadden en op een moment dat onze koninkrijkspartners zelf ook te lijden hadden van de pandemie. Nog steeds werken onze nationale diensten als de politie, kunstwacht en ziekenhuizen nauw samen met dienstonderdelen die zich elders binnen het Koninkrijk bevinden. Die samenwerking gaat gelukkig voorspoedig.

Maar er moet nog veel gebeuren. Ons Koninkrijk is een dierbaar bezit dat tegen een stootje moet kunnen. Wij hebben dit jaar ervaren dat dat ook zo is. De door onze Koninkrijksgenoten geboden hulp is vrijwillig maar niet vrijblijvend en zo hoort het ook. Samen zullen we de schouders zetten onder de opbouw en het herstel van Curaçao. Onze regering is zich daar ook bewust van. Zij heeft dit jaar laten zien waar het bij besturen om draait: verantwoordelijkheid nemen op momenten dat dat het hardst nodig is. Altijd met het belang van het volk op de eerste plaats. Er is de afgelopen maanden aandacht geweest voor verschillende groepen die door de crisis en maatregelen zijn getroffen. Dat is begrijpelijk en terecht. Er is oog voor ons zorgpersoneel dat een uitzonderlijke prestatie levert, voor de talloze vrijwilligers die in korte tijd voedselhulp wisten te mobiliseren waar nog steeds dankbaar gebruik van wordt gemaakt, de horeca ondernemers die hun met zorg opgebouwde werk in gevaar zien komen en voor onze muzikanten die een grote bijdrage leveren aan de levendige sfeer waar Curaçao ver over onze grenzen heen om wordt geroemd.

Graag richt ik me toch in het bijzonder tot twee andere groepen. Deze groepen zijn ook van groot belang voor de verdere opbouw en het herstel van Curaçao. Dat zijn onze kinderen en jongeren. Lieve kinderen, dit jaar is vast anders gelopen dan jullie hadden verwacht. Velen van jullie hebben schoollessen moeten missen. En ik begrijp dat dat stiekem voor een paar dagen spannend en leuk lijkt. Maar na een tijdje ga je toch je vriendjes en misschien zelfs de juf of meester missen. Verjaardagen worden niet op de gebruikelijke wijze gevierd, er kan minder vaak bij elkaar worden gespeeld en mogelijk is het thuis ook minder gezellig.

Datzelfde geldt voor onze jongeren; in een tijd dat jullie de wereld zouden moeten ontdekken en elkaar willen ontmoeten, doen wij een beroep op jullie om dat juist niet te doen. Jullie hebben een groot deel van het schooljaar noodgedwongen een stuk zelfstandiger moeten studeren dan jullie gewend zijn en het uitgaansleven is aan banden gelegd. Misschien hebben jullie je ook wel moedeloos gevoeld net als ik. Want wat kun je nu in een wereld waarin alles onveilig lijkt? Het is niet erg om onzeker of bang te zijn. Dat zijn we allemaal wel eens. Kijk goed om je heen, er is altijd iemand in de buurt die je kunt vertrouwen en die naar je zal luisteren, iemand op wie je kunt leunen. Deel je ervaringen met je ouders, je vrienden of iemand anders die je vertrouwt. Dat helpt vaak al enorm. Het grootste deel van het jaar hebben ook jullie moeten afzien en nu nog wordt een groot beroep op jullie gedaan om de geldende veiligheidsmaatregelen in acht te nemen.

Lieve kinderen, lieve jongeren, ook jullie inzet is van belang voor het doorstaan van deze crisis. Hou dat in gedachten. Jullie kunnen, soms zelfs beter dan volwassenen, bedenken wat nog wel kan in deze tijd, en op welke manieren warmte en licht kunnen worden doorgegeven. Daarom heb ik het Gouverneurspaleis dit jaar extra laten verlichten, als symbool voor hoop op een beter nieuw jaar.

Beste mensen van Curaçao,
Mijn echtgenoot Herman en ik, wensen u en uw dierbaren een zalig en gezegend Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar. Blijf ook in 2021 goed op
elkaar letten en voor elkaar zorgen. Laten we er samen een mooi nieuw jaar van maken.