vrijdag 19 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Het hooggerechtshof in Kaapverdië heeft de uitspraak tot uitlevering van Alex Saab aan de Verenigde Staten geannuleerd. Dat maakt het advocatenteam van Saab bekend via een persbericht. Saab zit wel in hechtenis, maar zal voorlopig niet naar Amerika worden overgebracht.

Alex Saab is een Colombiaanse zakenman die namens de Venezolaanse president Nicolas Maduro in het buitenland zaken doet. Hij werd op 12 juni van dit jaar opgepakt in Kaapverdië op verdenking van witwassen en omkoping. De arrestatie is verricht op verzoek van de Verenigde Staten, die tevens Kaapverdië vroeg om Saab uit te leveren. De Curaçaose advocaat Rutsel Martha is lid van het juridische team dat Saab bijstaat.

In juli werd dat verzoek ingewilligd toen het tribunaal van Barlevento in Kaapverdië oordeelde dat Saab kan worden uitgeleverd. Maar zijn juridisch team wist daar een stokje voor te steken door in hoger beroep te gaan.

Het Hooggerechtshof van Kaapverdië oordeelde in het hoger beroep dat het niet bevoegd is om te beslissen over het uitleveringsverzoek aan de Verenigde Staten van Alex Saab. Daarom is de zaak terug gegeven aan het Hof van Beroep van Kaapverdië, zodat die zich opnieuw buigt over de zaak. Hiermee is de uitspraak van 31 juli voor uitlevering van Alex Saab komen te vervallen.

Martha legt uit dat het Hooggerechtshof tot deze beslissing is gekomen omdat het Hof van beroep bij behandeling van de zaak een aantal fundamentele fouten heeft begaan. “Wij van de verdediging zijn niet gehoord en wij zijn niet in de gelegenheid gesteld om antwoord te geven op het verweer van het Openbaar Ministerie. Verder is de beslissing van het Hof genomen zonder in te gaan op de argumenten die wij hebben aangevoerd om zijn uitlevering te bestrijden”, aldus Martha.

Met deze uitspraak krijgen ze volgens Martha als advocaten van Saab een kans om hun verhaal te houden, zodat daar op kan worden ingegaan. Volgens de advocaat is het voor Kaapverdië duidelijk geworden dat de zaak internationaal wordt gevolgd. Daardoor lijkt het erop dat er serieuzer met de zaak om wordt gaan. 

Tot slot zegt Martha dat hij zich niet kan voorstellen dat de rechter nu een beslissing zal nemen “zonder rekening te houden met het fundamentele argument van de verdediging dat hun cliënt niet onderhevig is aan uitlevering omdat deze immuniteit geniet vanwege zijn functie van staatsgezant”.