Om hervormingen te kunnen doorvoeren ter verbetering van de omstandigheden op Curaçao is op de eerste plaats een bedrag van 60 miljoen gulden nodig voor het onderwijs. Dat zei minister-president Eugene Rhuggenaath in een nationale rede. Hierin heeft de premier op een rij gezet wat er allemaal nodig is en waarover verder onderhandeld gaat worden met Nederland om een betere toekomst te garanderen voor de Curacaose bevolking.

Volgens Rhuggenaath is Curaçao in onderhandeling met Nederland om de 60 miljoen als een donatie te ontvangen om te kunnen investeren in de ontwikkeling van de bevolking. Dit wil de overheid bereiken door dit geld onder meer aan te wenden voor het creeëren van een betere relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Op die manier wordt de kans groter dat mensen na het behalen van een diploma daadwerkelijk een baan krijgen. Het geld zal ook gebruikt worden voor schoolmateriaal en andere onderwijsmiddelen

Rhuggenaath zegt dat er verder ook geïnvesteerd moet worden op sociaal economisch gebied en er daarom er niet langer over een Caribische Hervormingsentiteit (CHE) gesproken kan worden, maar over een Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (OHO). In deze entiteit moet minstens één persoon zitten die een band heeft met Curaçao.

Hiervoor zal er een Rijkswet voor een periode van zes jaar van kracht zijn. Na die zes jaar komt deze zonder meer te vervallen. Wel zal er na drie jaar een evaluatie plaatsvinden.

Voordat er tot een definitief akkoord gekomen wordt over de Rijkswet moet deze in zijn geheel voorgelegd worden aan de Raad van State. Terwijl de Raad van State zich hierover buigt, hoopt Curaçao alvast de fondsen van de derde tranche te kunnen ontvangen. Hiervoor moet wel zijn voldaan aan alle voorwaarden uit de tweede tranche.