donderdag 25 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

Volgens Raymond Knops had Nederland in de periode vlak na 10-10-10 nauwer samen moeten werken met de eilanden om bepaalde resultaten te behalen en bepaalde situaties te voorkomen. Dat zegt de staatssecretaris voor Koningrijksrelaties in de krant Extra in een terugblik op 10 jaar na invoering van de nieuwe staatkundige structuur.

In de nieuwe staatkundige structuur werden Curaçao en St. Maarten autonome landen in het Koninkrijk en Bonaire, St. Eustatius en Saba bijzondere gemeenten van Nederland.

Volgens de staatssecretaris was men zowel in Nederland als op de eilanden ervan overtuigd dat na 10-10-10 het leven beter zou worden met de introductie van de nieuwe staatkundige structuur. Zeker omdat er in de voorgaande jaren hard aan gewerkt was.

Knops zegt verder dat Nederland in eerste instantie terughoudend was met bemoeienis in de drie autonome landen. “Misschien was de overheid toen bang om in te grijpen op de eilanden. Dat had ook te maken met de gevoeligheden op de eilanden. Zodra Nederland ingrijpt, wordt er meteen geroepen dat het neokoloniaal gedrag is.’’

Knops zegt dat hij zich  kan voorstellen dat de Nederlandse politici daardoor voorzichtiger waren en zich minder snel wilden bemoeien met de eilanden om niet die verwijten te krijgen .

“Met de kennis van nu weten we dat het beter zou zijn geweest als we op sommige punten meer hadden samengewerkt. Het is achteraf makkelijk praten, maar we moeten er wel lering uit trekken en vanaf nu samen werken aan het welzijn van de bevolking op de eilanden”, aldus Knops.

Bron: Extra