donderdag 18 april 2024
Kijk | Ontdek | Luister | mee op nu.cw

‘Buladó’ speelt zich af op Curaçao en is merendeels Papiaments gesproken. Dat maakt deze film van regisseur Eché Janga tot een vrij uniek project. ‘Curaçaoënaars vonden het vooral heel tof dat we niet voor de toeristische blik op het eiland gingen’, zegt hij tegen Trouw,

“Ik vond het belangrijk om het echte Curaçao te laten zien”, zegt Eché Janga (42), “niet de bekende witte stranden en gekleurde huizen van Willemstad, maar Bandabou, het binnenland.” Daar woont de hoofdpersoon van ‘Buladó’, het elfjarige schoolmeisje Kenza, samen met haar vader en grootvader op een autosloperij. 

Kenza staat tussen twee vuren. Haar nuchtere vader wil dat ze Nederlands spreekt. Hij wil niets horen over het verleden. De grond waarop ze wonen, wil hij liefst zo snel mogelijk verkopen. Grootvader is uit ander hout gesneden. Hij gelooft in geesten en spreekt Papiaments. Ook herinnert hij eraan dat ‘de tranen van slaven, hun bloed en zweet, op deze grond wonen’.

Janga, geboren uit een Antilliaanse vader en een Nederlandse moeder, brengt zo een dialoog op gang tussen heden en verleden van de Antillen. Hij baseerde zijn vertelling deels op een oude slavensage die in zijn familie de ronde deed. “Mijn vader verliet Curaçao om in Nederland te gaan studeren. Hij lijkt op de vader in de film, een vrij kordate en rationele man”, zegt Janga. “Maar ik heb ook een oom die juist heel avontuurlijk en spiritueel is en op wie ik het karakter van de grootvader heb gebaseerd. Die oom is een echte Antilliaan, hij zit vol verhalen.”

Lees het volledige artikel hier.

Bron: Trouw